De graslanden
Zeg niet zomaar gras tegen een grasland. Zeker niet op de Natlandhoeve.
​
Het meest intensief zijn de grasklavergraslanden. Ze worden tijdelijk op akkers ingezaaid. Naast meerdere soorten grassen groeien er meerdere soorten klavers. De productie en de voederwaarde zijn zeer hoog. Deze graslanden worden 3 tot 5 keer per jaar gemaaid.
​
Intensieve graasweides hebben we bijvoorbeeld rond de boerderij in Zepperen. Ze worden beurt om beurt begraasd. Na iedere graasbeurt worden de overgebleven slecht graasbare grassen en kruiden gemaaid. Ook hier voeren intensieve grassen zoals Engels raaigras en klavers de boventoon.
​
Combigraslanden of graslanden met hoogstammige bomen zijn altijd wat minder intensief. De bomen nemen licht en voeding weg. De totale opbrengst van de combinatie bomen en graslanden is steeds hoger dan bij enkelvoudige teelten.
​
Begraasde natuurgraslanden kunnen per perceel zeer verschillend zijn. Vermits de vegetatie vrij spontaan is luistert ze vooral naar de bodemsoort en het water in de bodem. Maar ook per perceel is er een grote verscheidenheid vermits de runderen op de ene plaats grazen en op de andere plaats hun taartjes achterlaten.
​
De meest extensieve graslanden zijn natuurhooilanden. Met het wegnemen van het hooi worden ze armer. Vermits ze niet worden bemest en ieder jaar worden gehooid, worden ze extreem arm maar ook zeer biodivers.
​
Van intensief naar extensief daalt de opbrengst in hoeveelheid en in voederwaarde. De mineralenrijkdom echter, stijgt.